De biosfeer
De fysieke en de vitale wereld kunnen alleen gelijktijdig bestaan en zijn toch strikt van elkaar gescheiden. Ze liggen tegenover elkaar en vormen samen een Groot Geheel. Beide universums, de zachte en de harde, zijn het tegenovergestelde van de andere. Ze stoten af en raken elkaar niet aan. Maar geen van beide kan op zichzelf bestaan (zonder de ander). Als er biosferen bestaan in een universum, betekent dit dat de twee poolwerelden elkaar op deze punten raken en dat het fysieke zich vermengt met het vitale. Biosferen zijn kleine eilanden in de kosmos die een symbiose mogelijk maken tussen de fysieke en de vitale wereld. Hier wordt de strikte scheiding tussen de twee werelden opgeheven. Mensen en alle vormen van leven zijn een mengeling van de twee tegengestelde universums. In het dagelijks leven gebruiken we de krachten en de mentale vermogens van beide werelden. Hoe groot iemands aandacht is voor de ene of de andere wereld, verschilt van persoon tot persoon.
|
Het is hetzelfde leven dat in ontelbare grassprieten in vreugde door het stof van de aarde schiet en uitbarst in tumultueuze golven van bladeren en bloemen. Tagore, Gitanjali 69
|
|
Ontelbare kleine delen van het vitale universum incarneren continu in de biosfeer. Deze levensimpulsen worden door het fysieke universum na relatief korte tijd beëindigd. Ons leven wordt bepaald door beide universums. Gemeten naar de grootte van de twee werelden zijn de contactpunten (biosfeer / habitats) oneindig klein.
De kans dat er een fysiek universum zal ontstaan waarin de natuurlijke constanten zo zijn, leven kan ontstaan, is zeer klein. Dat we nog steeds bestaan, kan vandaag alleen worden verklaard met goddelijke voorzienigheid of multiversa. En als er talloze universums waren, zouden ze allemaal gebaseerd zijn op de astrologische theorie van alles. Waarom? Omdat er geen eenvoudigere en dus ook geen perfecte formule is.
Het lijdt geen twijfel dat er ontelbare biosferen in dit universum zijn. Andere biosferen zijn zelfs denkbaar in ons zonnestelsel. NASA is koortsachtig naar hen op zoek. Kandidaten zijn: Venus (in de wolken), Mars (in de prehistorie), Jupiter (Carl Sagen), Jupiter manen (Europa, Io, Ganymed, Callisto), Saturnus manen (Titan, Enceladus, Dione, Mimas), Uranus manen (Titania, Oberon) en mogelijk ook de Neptunusmaan Triton.
Aangezien er een bruikbare astrologie is voor de biosfeer van de aarde, kan worden aangenomen dat elke biosfeer een functionerende astrologie heeft. Zelfs in zonnestelsels met twee of meer zonnen. In een dubbelstersysteem kan de ene zon staan voor de zon en de andere voor Uranus of de maan.
Waarschijnlijk kan de astrologie van andere systemen ook worden teruggevoerd op de astrologische theorie van alles. Het zou ook de drie dualiteiten weergeven (actief en passief - zacht (vitaal) en hard (fysiek) - logos (spiritueel) en eros (energetisch)). De opstelling van zonnen en planeten zou logisch en symmetrisch zijn, zoals in ons systeem. Het principe dat astrologie veroorzaakt, werkt altijd perfect, zoals we in ons systeem kunnen zien.
Opstelling volgens de omtrek van de baan
|
Beweging - Planeetkleur rood = actief - Planeetkleur cyaan = passief - De bovenste lijnen verbinden het planetaire equivalent
Stof - De onderste lijnen verbinden de tegenstanders
Functie - Lijnkleur grijs = zon, maan, Saturnus, Uranus - Lijnkleur groen = Logos - Lijnkleur magenta = Eros
|
Dit roept ook de vraag op of er buiten de biosfeer een functionerende astrologie bestaat. Als er dus nooit leven op aarde was ontstaan, zouden astrologische krachten dan ook de fysieke en causale processen weerspiegelen? Als dit niet het geval is, zou dit betekenen dat astrologische reflecties een aandenken zijn aan de vitale wereld. Dat het geïncarneerde leven (Venus-Faunus) vergezeld gaat van een betekenis (Jupiter-Neptunus), die het boven de puur fysieke (Mars-Pluto) causaliteit (Mercurius-Gerechtigheid) verheft.
Het is ook nog onduidelijk of en hoe de astrologische reflectie tot uiting komt in levensvormen die hun voorouderlijke biosfeer hebben verlaten. Zoals Neil Alden Armstrong en zijn collega's tijdens hun verblijf op de maan.